Semmier Kariem vlucht uit Irak. Zeven jaar van honger, verdwalen en angst later landt hij op elf februari om negen uur - of was het om elf uur op negen februari - op Schiphol. In de chaos van die eerste dagen in Nederland kan hij zich het precieze tijdstip niet meer herinneren. Hij vraagt asiel aan. Wat hij niet weet is dat hiermee het langste wachten van zijn leven begint, in het asielzoekerscentrum, een wachtkamer die hij deelt met vijfhonderd anderen. Intussen bestudeert Semmier het land waar hij misschien ooit deel van uit mag maken, maar ook al verblijft hij er nu, hij blijft een buitenstaander. 'Nederland had mij drie dingen geleerd: niet meer respect hebben voor Europa dan voorzichtigheid. Een nette leugen is beter dan de rommelige waarheid. En ik kende nu het verschil tussen een omafiets en een vrouwenfiets.' 'Hoe ik talent voor het leven kreeg' is een roman over mensen die onderworpen zijn aan wetten en regels. Rodaan Al Galidi (Irak) putte voor deze roman uit zijn eigen ervaringen als asielzoeker. Hij woont sinds 1998 in Nederland en ontving in 2011 de Literatuurprijs van de Europese Unie voor zijn roman 'De autist en de postduif'. Kort daarna zakte hij voor zijn inburgeringstoets.