Op het nachtkastje ligt een half opgegeten appel gedrenkt in cyanide. Alles wijst op zelfmoord. De dode man is niemand minder dan Alan Turing, een briljant wiskundige. De jonge rechercheur Leonard Corell leidt het politieonderzoek. Hij komt onder grote druk van zijn superieuren te staan omdat het een uiterst gevoelige en complexe zaak blijkt te zijn. Niet alleen vanwege Turings geaardheid, homoseksualiteit was strafbaar, maar vooral vanwege zijn geheime werk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Turing blijkt een grote rol gespeeld te hebben bij het kraken van de Enigmacode van de nazi’s waardoor vele levens gespaard bleven. Was zijn rol na de oorlog nog niet uitgespeeld? David Lagercrantz neemt de lezer mee terug naar de jaren vijftig in Engeland. Hij onthult de krachtige, donkere kant van de naoorlogse idylle dat alles beter zou worden. Met vaardige en invoelende pen zet hij twee mannen neer wiens kansen, talenten en geest getest worden: de fictieve Leonard Correll en de vader van de moderne informatica: de excentrieke, onconventionele en vrijdenkende Alan Turing.