2003. Chet Freeman, een voormalige SAS-strijder die in dienst invalide is geraakt, werkt als beveiligingsmedewerker bij de Grosvenor Group, een Amerikaans bedrijf dat zich onder meer met wapenhandel bezighoudt. Hij betrapt een jonge vredesactiviste op afluisteren bij een bespreking tussen Grosvenor en de Britse premier. Wat Chet en de jonge vrouw horen, lijkt erop te duiden dat de premier zich door Grosvenor laat omkopen om zich in een illegale oorlog te begeven. Kan dit echt waar zijn? Iemand vindt in elk geval dat er iets geheimgehouden moet worden, want Chet en het meisje worden al snel aangevallen en opgejaagd. Ze duiken onder, en een dodelijk kat-en-muisspel begint. Bijna tien jaar later bereikt de spanning in Jeruzalem het kookpunt. De nu ex-premier werkt als vredesonderhandelaar in het Midden-Oosten. De regio zinkt weg in anarchie en rivaliserende legers maken zich op voor een bloedige strijd. Intussen maakt Chets beste maatje Luke deel uit van een speciaal team dat de ex-premier moet beveiligen. Dan, op het hoogtepunt van de strijd, ontdekt Luke een samenzwering die destructiever is dan welke wapendeal dan ook.