Pluk had een klein rood kraanwagentje. Hij reed ermee door de hele stad en zocht naar een huis om in te wonen. Af en toe stopte hij. En dan vroeg hij aan de mensen: 'Weet u niet een huis voor me?' Uiteindelijk vindt hij wat: het torentje van de Petteflet. Daar maakt hij kennis met de Stampertjes, mevrouw Helderder, Aagje en Zaza, maar ook met andere dieren als Dollie, Langhors en de Krullevaar kan hij het goed vinden.