Confucius (55 I v. Chr.-479 v. Chr.) was een belangrijke Chinese geleerde die leefde lang voor het ontstaan van het beroemde keizerrijk. Zijn leven en leer zijn al sinds de late oudheid omgeven door legenden. De confucianisten beschouwden zichzelf als de ruggengraat van de Chinese geleerdheid en als de dragers van de traditie. De samenleving, meenden zij, kan niet uitsluitend zijn gebaseerd op wetten en regels. Zij moet haar basis vinden in de morele houding van haar leden. Het confucianisme heeft daardoor een pedagogisch karakter - de innerlijke vorming van de mens staat voorop. In Confucianisme gaat Karel L. van der Leeuw op toegankelijke wijze in op de denkbeelden en de geschiedenis van het confucia-nisme en laat hij zien wat we daarvan kunnen leren. Het boek bevat een groot aantal vertaalde fragmenten en is daarmee ook een kleine bloemlezing van het confucianisme. Confucianisme is het tweede deel in de inleidende reeks Oosterse filosofie; een nieuwe reeks voor een groot publiek.