In dit boek beschrijft Céline de uitzichtloze tocht van Bardamu door onze absurde wereld. In de oorlog realiseert hij zich de waanzin van de collectief georganiseerde moordpartijen waarvoor de mensen enthousiast in de rij moeten gaan staan om zich te laten afslachten. In Afrika wordt hij geconfronteerd met de hebzucht en de botheid van de blanke kolonist. Maar nergens voelt hij de eenzaamheid zo sterk als in New York, de kille ´rechtopstaande´ stad van levende automaten. Eenmaal terug in Parijs staat hij als arts volkomen machteloos tegenover de achterdocht, de bekrompenheid en het misdadig egoïsme van zij patiënten. Fel, genadeloos en met een onnavolgbaar soort macabere humor klaagt Céline in dit relaas van Bardamu´s omzwervingen onze maatschappij aan, waarin altijd dezelfden het gelag moeten betalen. Even fel, genadeloos en humoristisch ontleedt hij de mens tot op het bot.