In De landweg weet Heidegger op basis van eigen herinneringen een hele belevingswereld te concentreren rondom een werkelijk bestaand weggetje in de nabijheid van zijn geboortestadje Meßkirch. Maar het is meer dan een autobiografische tekst. Ieder kent wel zo'n weggetje in de eigen omgeving, dat als 'filosofenpad' kan dienen, en waar men zich bewust wordt van de wisseling der seizoenen en van de eigen eindigheid. Heideggers rondleiding door de eigen Heimat toont in alle herkenbaarheid de nabijheid van het Al. Filosofie niet in een redenering gevat, maar in een stemming gevangen en in een glimp zichtbaar gemaakt.