Esther Schenk begint op haar achttiende te experimenteren met harddrugs. Ze raakt zwaar verslaafd en moet gaan tippelen om haar verslaving te bekostigen. Al snel zakt ze dieper en dieper weg in het levensgevaarlijke prostitutie- en drugsmilieu. Pas als ze moet kiezen - sterven op de tippelzone of nú afkicken - keert ze de heroïne de rug toe. De weg omhoog is lang en loodzwaar, maar met vallen en opstaan worstelt ze zich terug naar een bestaan zonder verdovende middelen. Wanneer Esther tien jaar clean is, is dat voor haar het moment om het verhaal van haar leven te vertellen: Straatwaarde. Eerlijk, openhartig en zonder opsmuk, in de hoop dat anderen ervan leren. Esther Schenk (pseudoniem), een sympathieke vrouw van begin veertig, afkomstig uit een goed milieu, is meer dan vijftien jaar verslaafd geweest aan onder meer heroïne. Ze werkt inmiddels fulltime en doet veel aan sport. Ook geeft ze voorlichting over verslavingsproblematiek aan jongeren en studenten. De ghostwriter van haar levensverhaal, Bert Muns, schrijver van zes politieromans, werkt bij het bureau Mediatoepassing van de politie van Amsterdam. Hij stelde eerder de memoires van Anna Meijerink op schrift in Vlucht uit het land van de vrijheid