'Waar slaat dat nou weer op?' geeft een inventarisatie van de taal van het meningsverschil, met daarin talloze woorden en uitdrukkingen die bedoeld zijn om drogredenen aan de kaak te stellen. Uitdrukkingen zoals een 'jijbak', 'de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet' en 'boter op zijn hoofd hebben' verwijzen naar de drogreden argumentum ad hominem; uitdrukkingen als 'dan is het eind zoek' naar de drogreden van het hellend vlak en 'dat slaat als een tang op een varken' naar irrelevante argumentatie. De titel 'Waar slaat dat nou weer op?' stelt de relevantievraag op pregnante wijze aan de orde.