Een man die voor zijn bedrijf een week op cursus is, gaat in een bos in Jutland hardlopen en verdwaalt. Op een bospad stuit hij op een eveneens verdwaalde vrouwelijke hardloper. Ze trekken met elkaar op, aanvankelijk voor de gezelligheid, maar al snel omdat ze aan elkaar zijn overgeleverd: de avond valt, het wordt koud, ze hebben geen eten bij zich en hun mobiele telefoons hebben geen bereik. Ze zien zich genoodzaakt de nacht in het bos door te brengen. Terwijl ze proberen wakker te blijven, vertelt de vrouw het verhaal van haar ontwortelde jeud in een woongemeenschap, over haar relaties en jeugdliefdes.