'Marianne Thamm is, behalve de vrouw van mijn leven, de reden waarom mijn man en ik nu al vijfentwintig jaar lang elke winter doorbrengen in Kaapstad. Vanwege de liefde die vriendschap heet. We leerden haar kennen in Antwerpen, eind jaren tachtig. Een snedige, snaakse journaliste, stand-upcomédienne en lesbo-activiste, op de vlucht voor het Apartheidsregime. Ze is nog steeds een van de grappigste en scherpste geesten die ik ken. Eindelijk heeft ze haar leven neergeschreven. Geen fantast had het zo gek kunnen verzinnen. Ze is de dochter van een ongeletterde Portugese communiste en een Duitse nazi-krijgsgevangene. Ze trouwden na de oorlog in Engeland en emigreerden later naar Pretoria, waar Marianne moest opgroeien in de hoogtijdagen van Apartheid. Haar moeder kreeg afasie — net zoals die van mij, later. Haar vader bleef nazi, tot wanhoop van Marianne. Totdat zij, in het Zuid-Afrika van Nelson Mandela, samen met haar vriendin twee zwarte weesmeisjes adopteerde. De nazi werd verliefd op zijn kleindochters en kwam tegenover zijn dochter eindelijk in het reine omtrent zijn oorlogsverleden. Een vertelling van twee continenten en vele levens. Een relaas van liefde, waarheid, verzoening en vergeving.' Tom Lanoye