De hoofdpersoon van De buitenjongen is een eenzame man van in de dertig. Zijn leven in Milaan is vastgelopen en hij mist de bergen van zijn jeugd, waar hij al tien jaar niet meer is geweest. Daarom besluit hij een hut te huren op tweeduizend meter hoogte en een paar maanden lang te leven op een manier waar hij vroeger stiekem van droomde: zielsalleen, omringd door wat dieren en zijn favoriete boeken. Het leven in de bergen is eenvoudig, hij… meer