Waar zijn ze toch gebleven, de rebellen en dwarsdenkers onder de schrijvers? Dat wil schrijver en columnist Özcan Akyol weten. Ooit raakte hij betoverd door de literatuur dankzij schrijvers die met hun polemische stijl aandacht vestigden op hun werk én iets teweegbrachten in de maatschappij. Maar de schrijvers met deze bloedgroep zijn uitgedund. Er is nog maar weinig literatuur die de sociale klasse en identiteit van de schrijver ontstijgt: de moderne auteur richt zich vooral op zijn eigen cocon – de gelijkgestemden. Wanneer gebeurt het nog dat het héle land staat te sidderen na een publicatie die de vinger op de zere plek van onze samenleving legt? Het resultaat is dat de rebelse literatuur, bijna in alle vormen, steeds meer terrein verliest. Voor mediagenieke luchtfietsers en slampampers is er ruimte ontstaan om het intellectuele discours te bepalen, of wat daarvoor door moet gaan. In Generaal zonder leger onderzoekt Özcan Akyol waar dit aan ligt. Zijn schrijvers navelstaarderige conformisten geworden, bij wie het ontbreekt aan charisma en overtuigingskracht, of is het publiek minder ontvankelijk voor diepgaande teksten? Moet de literatuur simpelweg genoegen nemen met een rol in de marge?