In Generaal zonder leger onderzoekt Özcan Akyol waarom de literatuur steeds meer genoegen moet nemen met een rol in de marge. Schrijvers in overvloed vandaag de dag. Als generaals menen zij het grote publiek aan te voeren en met hun boeken iets teweeg te brengen. Maar de literatuur bestaat tegenwoordig uit generaals zonder leger, uit schrijvers zonder overtuigingskracht, uit boeken die nog geen deuk in een pakje boter slaan. Waar zijn ze toch gebleven, de rebellen en dwarsdenkers onder de schrijvers? Ooit raakte Özcan Akyol betoverd door de literatuur dankzij de onaangepasten, die zonder reden voor opwinding zorgden, en de polemische schrijvers die werkelijk iets teweegbrachten. Maar er is nog maar weinig literatuur die de sociale klasse van de schrijver ontstijgt: de moderne auteur richt zich vooral op zijn eigen cocon - de gelijkgestemden. Wanneer gebeurt het nog dat het hele land siddert na een publicatie? Het resultaat is dat de rebelse literatuur steeds meer terrein verliest en er voor mediagenieke luchtfietsers ruimte is ontstaan om het intellectuele discours te bepalen. Özcan Akyol is columnist (Algemeen Dagblad, de Stentor, Tubantia, De Gelderlander, Brabants Dagblad, Eindhovens Dagblad, pzc, bn/De Stem en de varagids). Hij is televisie- en radiomaker (De neven van Eus, Onze man in Deventer, Sterren op het Doek). Maar bovenal is Özcan Akyol schrijver van twee heftige, spraakmakende en geweldige romans: Eus en Toerist.