ABN Amro kreeg in 2008 een tweede kans nadat het door interne twisten in de top zijn zelfstandigheid was kwijtgeraakt. Op het hoogtepunt van de financiële crisis redde de Nederlandse staat de bank van de ondergang. Kosten: 21 miljard euro aan belastinggeld. Een team onder leiding van Gerrit Zalm bouwde de bank weer op, een niet eerder vertoond kunststuk met een succesvolle beursgang als kroon op het werk. Korte tijd leek de bank zelfs op weg om de miljarden staatsgeld terug te verdienen. Toen verviel het herboren ABN Amro opnieuw in achterdocht, ruzies en zelfgenoegzaamheid. De bank bleek ook lichtzinnig bij het naleven van wetten en regels. Waarom moest Gerrit Zalm per se weg? Wat was de rol van de staat en van minister Dijsselbloem van Financiën? En wat deden de toezichthouders? In De Staatsbank reconstrueren onderzoeksjournalisten Ivo Bökkerink en Pieter Couwenbergh van Het Financieele Dagblad de verlammende relatie tussen overheid en bank en de onderhuidse spanningen die leidden tot een nieuwe machtsstrijd aan de top. Ruim tien jaar na dato worstelt dit voormalige icoon van het Nederlandse bedrijfsleven nog altijd met zichzelf. <strong>Ivo Bökkerink</strong> en <strong>Pieter Couwenbergh</strong> zijn onderzoeksjournalisten van Het Financieele Dagblad. Zij zijn meerdere keren genomineerd voor journalistieke prijzen, onder meer de Citi Journalistic Excellence Award en De Tegel voor publicaties over de gebeurtenissen achter de schermen bij ABN Amro en ING.