'Gisterennacht was ik ervan overtuigd dat dat schrijven van mij al sinds 1982 een puinhoop is. Tegen zo'n duistere, verschrikkelijke, al te zwartgallige gedachte helpt maar één middel: boeken lezen van een paar andere jonge Vlaamse schrijvers. Gegarandeerd dat ik nadien denk: Jezus, zo slecht ben ik nu ook weer niet'. Deze roman wijkt in zekerde zin af van Brusselmans' eerdere boeken. Zijn gevecht met drank, de liefde, vrouwen en de dood blijft voortduren, maar het gaat hier vooral over het schrijverschap zelf. 'Dagboek van een vermoeide egoïst' is zowel een dagboek als een meesterlijke roman.