Hoe vaak zal menigeen in de loop van een gesprek of naar aanleiding van een krantenkop, niet denken: 'Ach, hoe zat het nu toch ook weer met Karel de Grote?', of: 'Wanneer kwamen de Nederlanders in Suriname?', of: 'Wat is toch verzuiling?'. Om een antwoord te krijgen op zulke vragen, kan men natuurlijk naar een Openbare Bibliotheek gaan. En dan merkt men dat er een kast vol staat met boeken over de geschiedenis van Nederland. De weg van Groningen tot Maastricht zou kunnen worden geplaveid met algemene naslagwerken, gespecialiseerde monografieën en biografieën van tal van beroemde en minder beroemde personen over en uit de Nederlandse geschiedenis. Kortom: er is veel te veel voor een snelle oriëntatie. De 'Geschiedenis van Nederland in vogelvlucht' voorziet, naar gebleken, in de grote behoefte juist aan een eerste overzicht van ons vaderlands verleden. Het boek biedt een goed leesbare en toch wetenschappelijk verantwoorde tekst, die op een overzichtelijke wijze inzicht geeft in de ontwikkeling van land en volk. Het boek beperkt zich bewust tot de geschiedenis van het tegenwoordige Nederland, hoewel de landsgrenzen niet altijd strikt worden aangehouden. De bedoeling is om kernpunten te belichten. Een ruime plaats is ingeruimd voor het illustratieve gedeelte: de resten van ons verleden die wij dagelijks om ons heen kunnen waarnemen, geven ons een beeld van onze geschiedenis. Wanneer dit boek tot resultaat heeft dat de lezer snel enige basiskennis verwerft of deze opfrist en vervolgens alsnog besluit een weloverwogen greep in die boekenkast te doen, is het in zijn opzet geslaagd.