In haar dagboeken en brieven, geschreven tussen maart 1941 en september 1943, heeft Etty Hillesum het barbarendom waarin ze leefde het hoofd geboden, en ging zij niet ten onder aan wanhoop of haat. Haar stem klinkt zoveel jaar later nog altijd ongebroken en hoopgevend, en heeft over de hele wereld inmiddeld honderdduizenden geïnspireerd en ontroerd.