Vanaf begin 2006 schreef ir. Han A. Schuringa jr. bijna wekelijks columns voor FM (Filantropie Magazine) en tegenwoordig voor haar opvolger: Filanthropium Journaal. Schuringa wist door zijn militante benadering zowel een schare liefhebbers aan zich te binden, als ook een minstens zo grote groep lezers die zijn bloed wel kon drinken. De afwezigheid van elk respect voor de bewoners van Goede Doelenland, het gebruik van zedenschendende en somtijds godslasterende taal, alsmede de tomeloze drift tot beledigen maken van Han Schuringa zonder twijfel de meest omstreden filantropie-columnist tot op de dag van vandaag. Op verzoek van zijn fans heeft Schuringa een boeket samengesteld van de "ergste dieptepunten vanaf 2006". Deze schetsen een strijdvaardig retrospectief op de dynamische Nederlandse filantropie-sector, door Schuringa consequent aangeduid met "het Land van Goed Doen"; geobserveerd met een intense afkeer van mooidoenerij voor eigen gewin: volgens Schuringa de "Moeder Theresiëring van de filantropie". (Pers)stemmen: "Dodelijker dan slangengif, scherper dan vitriool" (De Pers) "In de filantropie staat geen heilig huis meer overeind" (Volkskrant) "Studentikoze baldadigheid van de vermakelijkste soort" (De Gids) "Vooral niet schudden voor gebruik" (De Consumentengids) "Dit zijn geen columns, maar verbale aanrandingen" (Jan Peter Balkenende) "Producten van een inzieke geest" (Kardinaal Gijssen) "Mijn broer is knettergek" (Lloyd Schuringa)