In Aan de bruid toont Ingmar Heytze dat hij niet bang is voor lyriek. Hij wil tranen zien, zelfs in een glazen oog. Het gevaar van sentiment ligt weliswaar op de loer, maar dat heeft hij liever dan aan de veilige kant blijven. Natuurlijk wordt de liefde in al haar gedaanten bezongen, de lege fles, de verbraste nacht, maar we lezen ook over het 's morgens groeten van de dingen, een prijsvraag voor dichters, de handel en wandel in een dierenwinkel, en het heelal, `dat er ook nog hangt´.