In De afschaffing van de mens zien wij C.L. Lewis in de rol van een strijdlustige, gevierde en verguisde intellectueel die met grote kracht van woorden de tijdgeest verjaagt. Lewis neemt de meest gangbare twintigste-eeuwse antwoorden op de korrel, en zelf beantwoordt hij de vraag met een gedachte-experiment. De technische mogelijkheden van de mens om de wereld naar zijn hand te zetten strekken zich meer en meer uit tot de mens zelf. Stel nu eens dat de mens zichzelf volkomen naar zijn hand kon zetten en, niet gelovend dat normen en waarden iets van buiten zijn, ook zijn normen en waarden (en die van het genetisch gemanipuleerde nageslacht) naar zijn hand zet - voor welke normen en waarden zal hij dan kiezen en op grond waarvan?