Aan de weg van het nieuwe Nederland maakt op een gedurfde en meeslepende manier duidelijk dat wat in de jaren zestig tot wasdom kwam en daarna nog volop emancipeerde, is begonnen met de vernieuwingsdrang van de jaren vijftig: een zelfbewuste publieke opinie, zelfontplooiïng, solidariteit met de verdrukten, onafhankelijke media, de doorbraak van de televisie, en de Tweede Wereldoorlog als allesoverheersend moreel referentiekader.