Mary en Lex Brückel woonden met hun kinderen op Noord-Celebes (Sulawesi) toen de oorlog met Japan uitbrak. Na de bezetting in 1942 moesten ze ruim drieëneenhalf jaar lang zien te overleven in gescheiden interneringskampen in de streek Minahassa. In het geheim wist het echtpaar brieven naar elkaar te smokkelen, die hun zoon Lex bijna een halve eeuw later terugvond. Een unieke vondst. Nooit eerder werd een briefwisseling tussen geïnterneerden, hoe gefragmenteerd ook, teruggevonden. Hoewel Lex destijds uit lijfsbehoud de meeste brieven van zijn vrouw verbrandde, bewaarde Mary een groot gedeelte wel. Samen met het dagboek dat Mary bijhield en een groot aantal tekeningen die zij met haar kampgenote Molly Roukens maakte, vormt de briefwisseling van Mary en Lex het bijzondere document AAN DE ZUS VAN ANTON, dat een indringend beeld van het leven in de interneringskampen schetst.