In De Aziaten (1935) van Frederic Prokosch trekt een jonge man vanuit Beiroet, via Turkije en de voormalige Sovjet-Unie, door Perzië en India naar de zuidgrens van China trekt. Hij bezit weinig meer dan zijn onbevangenheid, intelligentie en charme. Op zoek naar een antwoord op de vraag naar de aard van het menselijk geluk raakt hij betrokken bij opiumsmokkel, belandt hij in de gevangenis van Erzurum, stort hij neer met een vliegtuig in Perzië en wordt hij in Baluchistan door bandieten gevangen genomen. Prokosch' beeldende manier van schrijven, zijn nieuwsgierigheid naar allerlei soorten mensentypes en zijn liefde voor exotische landschappen maken van De Aziaten een klassiek avonturenboek. Frederic Prokosch (1908-1989) werd in de Verenigde Staten geboren. Hij studeerde in Texas, Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk en deed onderzoek aan de universiteiten van Yale en Cambridge. Hij publiceerde zestien romans, waaronder Storm en echo (1948) en Negen dagen naar Mukalla (1953), enkele dichtbundels en een autobiografie. De Aziaten is zijn debuutroman.