Niemand vindt een kruk, gehoorapparaat of rollator cool. Toch is de Canta dat kleine, kekke autootje voor mensen met makke een begerenswaardig object geworden. Het is het enige hulpstuk voor gehandicapten waar gezonde mensen jaloers op zijn. De Canta laat alle zieligheid achter zich en maakt iedereen vrolijk. Karin Spaink, Cantarijder van het eerste uur, beschrijft de opmerkelijke geschiedenis van het autootje. Waarom verzint een Formule-1 coureur een voertuig voor gehandicapten? Hoe werd de maker van deze mini-autootjes bijna de grootste autofabriek van Nederland? Hoe rijm je een helder, uniform ontwerp met vergaande individuele aanpassingen? Het boek schetst tevens de strijd om mobiliteit. Door de populariteit van het autootje dreigen gehandicapten hun schaarse privileges te verliezen. Wie mag een Canta hebben, wie niet? Wie mag waar rijden of parkeren? Vooral toont De benenwagen aan hoe belangrijk het autootje is voor gehandicapten: de Canta is hun plaatsvervangend lichaam, hun toegang tot de buitenwereld.