De Bewondering voor Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans begon bij Ewald Vanvugt al vroeg. Toen hij twintig was, publiceerde Vanvugt twee boeken die hem meteen een eigen plaats gaven binnen de Nederlandse letteren. Over dit nieuwe boek vertelt hij: 'De schrijvers van de meest bewonderde boeken kwam ik ook in het dagelijkse leven tegen als collega's. Onlangs in gesprekken met een nieuwe vriend luisterde ik verbaasd, soms geschrokken, naar zijn openhartige verhalen; en hij daagde mij uit hem een paar van mijn avonturen met vrouwen, boeken en schrijvers te vertellen.'