Op een mooie zomerdag, tegen het einde van de Jonge Steentijd, vist de visser Edek daar waar duizenden jaren later de stad Danzig zal staan, een ongewone vis uit de Oostzee: een bot die kan spreken, oeroud en alwetend lijkt en de visser van nu af ter zijde wil staan. Net als de vis is voortaan ook de visser onsterfelijk: hij laat het Stenen Tijdperk en de heerschappij der vrouwen achter zich, vindt zichzelf, terwijl het allang de mannen … meer