Acht jeugdvrienden ontmoeten elkaar dertig jaar nadat ze hun laatste gezamenlijke vakantie hebben doorgebracht op het IJselmeer. Ze zijn vanuit verschillende landen en verschillende milieus naar hun geboortestreek teruggekomen. Hoewel ze de illusie koesteren dat ze de verbondenheid en de magie van vroeger zullen terugvinden, worden ze ook gestuurd door scepsis en angst. In acht verhalen wordt verteld over acht levens, steeds in een andere vorm, maar in alle verhalen gaan heden en verleden of droom en werkelijkheid in elkaar over. Het verbindende element is het besef dat magische momenten zich niet herhalen en dat er geen collectieve herinnering bestaat maar alleen een individuele: de acht vrienden blijken de laatste dag van hun jeugd ieder als een heel andere ervaring met zich mee te dragen.