Vaak krijgt een bepaalde bevolkingsgroep - joden, kleurlingen, allochtonen - de schuld van alles wat er mis is in de maatschappij. Volgens deze volstrekt arbitraire methode zou deze keuze evengoed op dikke mensen kunnen vallen. Dus waarom zou er niet ooit een revolutionaire groepering de macht grijpen en vervolgens beweren dat we in een aards paradijs zouden leven als er maar geen dikke mensen meer bestonden? In het titelverhaal van deze bundel beschrijft Peter Carey wat er gebeurt als een groep dikke mensen in deze situatie probeert een contrarevolutie op touw te zetten. De verhalen van Carey zijn allegorieën waarin, als in een droom, iets vreemd en dreigends op volstrekt verklaarbare wijze de macht heeft overgenomen. In de verhalen worden ogenschijnlijk bizarre voorvallen door Carey zo overtuigend beschreven dat ze op de alledaagse werkelijkheid lijken.