Na een receptie van een politieke partij wordt Lamoraal Hoogwoud gevraagd mee te doen aan waarschuwingen tegen overal oplaaiende zedenvervolgingen. Hij reageert weifelend, maar merkt in zijn eigen praktijk als advocaat hoe het aantal arrestaties in zedenzaken met sprongen omhoog gaat. Per dag worden gemiddels twaalf mannen in hechtenis genomen. Hoogwoud waarschuwt mondeling en schriftelijk zonder bijval of steun, laat staan resultaat. In zijn drukke praktijk met moordzaken en asielzoekers merkt Hoogwoud te laat dat hij zelf op de korrel zal worden genomen. Terwijl de soms komieke gebeurtenissen naar een verrassende ontknoping leiden, voert Hoogwoud de strijd tegen zichzelf, zijn ongerustheid en niet te onderdrukken wraakzucht.