De Amsterdamse privédetective Havix wordt door de joodse zakenman Leimann ingehuurd om zijn opstandige dochter Ramona op te sporen. Die is verdwenen, na diefstal van een groot geldbedrag, samen met Ernst Jimmink, een van Leimann's naaste medewerkers. Het bedrijf van Leimann handelt in zeldzame mineralen, waaronder het omstreden Coltan, dat wordt gewonnen in Congo. In dat land woedt een bloedige strijd om de macht over de onmetelijke minerale rijkdommen. Havix ontdekt dat het bedrijf van Leimann in ongunstige zin wordt genoemd in diverse VN-rapportages over illegale praktijken in Congo. Als dan blijkt dat Ernst Jimmink op het spoor is gekomen van een grootschalige fraude, groeien bij Havix de twijfels over de motieven van zijn opdrachtgever. Als de beste vriend van Ernst Jimmink wordt vermoord beseft Havix dat hij niet de enige is die jacht maakt op het verdwenen tweetal. Hij volgt een spoor dat hem terugvoert naar de tijd toen de Congo de privékolonie was van de Belgische koning Leopold II. De gruwelijkheden die toen werden begaan door de Force Publique, het huurlingenleger van de koning, werpen hun schaduwen vooruit en jagen Havix op bij wat een race tegen de klok is geworden om de levens van Ernst en Ramona te redden.