De schrijver van de meeste boeken in de Nederlandse taal blijft ook de schrijver van de meestgelezen boeken; en deze herdruk van een van zijn belangrijkste werken sinds 1951 zal ongetwijfeld door velen welkom worden geheten. Het leek de kritiekschrijver van het maandblad De Gids: 'vrij duidelijk, dat Vestdijk in dit boek de meest traditionele en grove methoden der bestsellerauteurs op de hak heeft willen nemen, zoals hij dat in Fré Bolderhey heeft gedaan. Maar hier evenals daar vormt de parodie alleen maar de sportieve aanleiding tot een boek, dat een volkomen zelfstandig, Vestdijkiaans karakter gekregen heeft. Ja, het schijnt - vervolgt De Gids - dat de schrijver, om het tot op de draad versletene inhoud te geven, alle wapenen in het vuur heeft gebracht waarover hij maar te beschikken heeft: kleuriger en meeslepender heeft hij nooit eerder geschreven, terwijl hij zich zelden zozeer heeft 'bloot gegeven' in een werkelijk warme belangstelling voor zijn romanfiguren. Prachtig zijn de beschrijvingen van het nachtelijk Amsterdam en van een feilloze realiteit zijn de nevenfiguren: dokters en doktersvrouwen, de hospita, de familieleden van (het lichte meisje) Cor.'