Een schrijver die een beetje op Wouter Godijn lijkt, ligt in coma op zijn sterfbed, omringd door zijn dierbaren. Maar in gedachten is hij druk bezig met een nieuwe roman. In die roman verplaatst hij zich naar een oorlogsgebied dat doet denken aan het hedendaagse Irak. Hij ontmoet opnieuw zijn grote liefdes en hij bezoekt zijn overleden ouders. Ook worstelt hij met de vraag die hem zijn hele leven heeft beziggehouden: bestaat God, en zo ja, is God dan goed of slecht? Maar is hij zelf goed of slecht? Welke concessies heeft hij gedaan om een beroemd schrijver te worden? Welk geheim dat hij zelfs aan zijn vrouw nooit heeft geopenbaard probeert hij met zijn laatste roman te bezweren?