'De dood van Raymond Roussel' Op de ochtend van de 14e juli 1933 word in kamer 224 van het Grand Hotel des Palmes in Palermo het levenloze lichaam van Raymond Roussel aangetroffen. Het lijk ligt op een matras op de vloer. De Franse schrijver, die aan neurasthenie leed, was samen met zijn vriendin Charlotte Frédez in Palermo neergestreken om op krachten te komen. Op een tafeltje liggen twee lege buisjes Soneryl. De doodsoorzaak is volgens de verbalen dan ook een overdosis. Maar Sciascia sluit een andere oorzaak niet uit. De chauffeur van Roussel is na zijn dood verdwenen en het gedrag van Charlotte Frédez roept vragen op. 'Het theater van het geheugen' Op 10 maart 1926 wordt een man aangehouden die op de joodse begraafplaats van Turijn een bronzen vaas heeft gestolen. Hij lijkt aan geheugenverlies te lijden en niet te weten wie hij is. Voorlopig heet hij nr 44170. Een weekblad publiceert een foto van hem met de vraag: Wie kent deze man? Twee vrouwen reageren: de welgestelde Giulia Canella en Rosa Negro, de behoeftige echtgenote van de voortvluchtige oplichter Mario Bruneri. De man geeft de voorkeur aan mevrouw Canella. Dit is het begin van een bizarre jarenlange juridische twist tussen de 'Canellianen' en de 'Brunerianen'. De man deelt ondertussen het bed met mevrouw Canella en verwekt twee kinderen bij haar. Pas in 1931 valt het doek: het Hof van Cassatie verklaart dat nr 44170 'was, is en zal zijn Mario Bruneri'.