'Op een keer droomde ik, Chuang Tsu, dat ik een vlinder was, vliegend van hier naar daar, verzamelend, tevreden over mijn noodlot en ik kende mijn menselijke staat niet. Plotseling ontwaakte ik en besefte verward mezelf te zijn. Tot nog toe weet ik niet of ik een mens ben die droomde een vlinder te zijn of een vlinder die droomde een mens te zijn. Tussen de vlinder en mij bestaat een verschil: dat is wat men noemt voortdurende mutatie.' Chuang Tsu