Iedereen heeft dagelijks te maken met andere mensen. We vormen ons voortdurend indrukken van mensen om ons heen. Is mijn nieuwe collega aardig? Is die verkoper betrouwbaar? Is die leerling snel van begrip? Daarnaast proberen we invloed uit te oefenen op het beeld dat anderen zich van ons vormen. Vindt die ander mij wel aardig? Praat ik teveel ofjuist te weinig? Hoe zorg ik dat ik voor die baan wordt aangenomen? In dit boek worden deze twee kanten van indrukvorming uitvoerig besproken, aan de hand van voorbeelden uit het dagelijkse leven en resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Het eerste deel gaat over e wijze hoe mensen zich een indruk vormen van anderen. Daarbij komt aan de orde: de vraag of de eerste indruk wel de beste is, de invloed van macht en afhankelijkheid en de rol van stereotypen. Lezers kunnen zelf twee tests doen om uit te vinden hoe het zit met hun vooroordelen en neiging om mensen in hokjes en vakjes te plaatsen. In het tweede deel gaat het erom hoe wij ons aan anderen presenteren. Daarbij wordt duidelijk dat wij verschillende kanten van onszelf ten tonele voeren, al naar gelang de situatie en onze bedoelingen. Bij een sollicitatie willen we gezien worden als bekwaam, bij een eerste afspraakje als aantrekkelijk en vlot. De auteur gaat hierbij in op valkuilen, bijvoorbeeld wanneer we worden gezien als zelfingenomen in plaats van talentvol, of als slijmerig in plaats van vriendelijk.