Egyptoloog Ralph Trilipush is geobsedeerd door de apocriefe koning Atum-hadu, tevens dichter van erotische kwatrijnen. Het duistere labyrint opent zich in 1922 in de woestijn van Egypte, waar 'Pushy' op zoek gaat naar de graftombe en slingert zich dan een weg door Australische sloppenwijken, ballrooms in Boston, en via Oxford en de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog naar een koninklijk hof in verval. Ondertussen begint een Australische detective aan de zaak van zijn leven: hij moet een moordenaar opsporen. En nog een. En misschien zelfs nóg een. Zijn zoektocht voert hem de wereld over en eindigt in Egypte. Daar worden de beide verhalen in een explosieve climax samengesmeed.