De reformatie heeft het behoud door geloof weer op de kaart gezet, want daar was onder de RK religie geen sprake van. De aflaat en het wegstrepen van goede werken tegen zonden, de aanbidding van Maria en andere heiligen en een paus die zich de plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde waant, hadden deze kerk volstrekt doen afwijken van de Bijbelse waarheid. De reformatie bracht verademing in een tijd van diepe duisternis, waarin het offer van Christus niet meer werd geacht. Toch was de weg naar behoud, door de genade van Jezus Christus, niet geheel vrij. Waardoor wordt deze weg praktisch geheel geblokkeerd? Dat komt door drie dogma's. Geen wilsvrijheid, predestinatie en erfzonde, de drie pilaren waarop de reformatie steunt, maken God tot een onrechtvaardige God en de mens wordt gedegradeerd tot een wezen zonder wil, die met zonde geboren wordt en maar moet afwachten of God hem kiest om behouden te worden. Bij grote reformatorische kerken zijn er vaak maar een handvol mensen die aan het avondmaal durven gaan. Wie nooit aan het avondmaal durft te gaan, belijdt daarmee dat hij gescheiden is van de Gods genade... en dus niet behouden is. Uit eigen vrije keus de genade van God en zijn Christus aannemen, wordt door de kerkleer geblokkeerd. In dit boek wordt uitgelegd waar het mis is gegaan in de interpretatie van Gods Woord door met name Calvijn.