In De Feniks, een familiekroniek, wordt de geschiedenis van de familie Asberg in kaart gebracht vanaf 1934, het jaar dat Thomas Asberg begon met een eigen onderneming, die in de decennia na de Tweede Wereldoorlog zou uitgroeien tot een groot en veelomvattend bedrijf. In recapitulatie door verschillende vertellers ontstaat aan de oppervlakte een monstercollage van achterhaalbare feiten, aanwijsbaar nagelaten sporen, interpretaties, gissingen en hiaten ingevuld door de verbeelding. Welke rol speelde de raadselachtige Catherine, de vrouw die 'in staat van tabula rasa' herrees uit de sintels van een overigens al spoorloos verleden? Stierf Thomas Asberg aan een hartaanval of werd hij vermoord? Wat is de obsessie van Rachel, die oud en eenzaam is achtergebleven in een bungalow in de Belgische Ardennen met vier nooit geëxecuteerde testamenten? Is het alleen 'een nalatenschap die niemand hebben wil' en die zij Lukas, de derde generatie van deze familie, in de handen wil duwen? Een muziekstudente ontmoet de zeventigjarige Rachel Asberg, raakt betrokken bij Rachels geschiedenis van opkomst en verval en tracht te begrijpen welke factoren de aard van het verval hebben bepaald.