Het is 1949. Valdimar Haraldsson, hoofdredacteur van het tijdschrift Vis en cultuur, wordt uitgenodigd om mee te varen met een Deens handelsschip naar de Zwarte Zee. Maar het schip strandt in een Noorse fjord. Om de tijd te verdrijven komt de bemanning elke avond bijeen in de mess om te luisteren naar de verhalen van de oude stuurman Caeneus. Caeneus vertelt over de tijd dat hij matroos was op de Argo, het legendarische schip van de Griekse held Jason. Onderweg doen de Argonauten het eiland Lemnos aan, dat tot hun verbazing en genoegen uitsluitend bewoond wordt door vrouwen. Valdimar probeert Caeneus te overtroeven met verhalen over Vikingen en vis – hij heeft namelijk een bijzondere theorie ontwikkeld over de invloed van het eten van vis op de noordse cultuur. Op geheel eigen wijze verweeft Sjón Griekse en Noordse mythen met zeemansverhalen, met als resultaat een uitermate geestige, kleurrijke, gruwelijke en hoogst erotische roman.