Ooit was er alleen het grote niets, de onmeetbare ruimte die aan de goden toebehoort. Op een gegeven moment kregen de goden genoeg van die leegte. Zij besloten daarom een deel van 'het grote niets' te vullen met alles wat ze maar aan mooie dingen kunnen bedenken.' Hoewel alles wat de goden maakten voortkwam uit liefde, konden ze niet voorkomen dat er al vanaf het begin kleine foutjes misgingen die grote gevolgen zouden hebben.