Elsjen Roelofs wordt verdacht van het vergiftigen van haar man, Jan Alberts. In maart 1767 komt zij in het gevang van Assen terecht, waar ze op haar berechting moet wachten tot het kind dat zij verwacht geboren is. In de eenzaamheid van de gevangenis wordt een meisje geboren. Het wordt meteen bij Elsjen weggenomen. Daarna rest haar niets meer dan de kale muren van het gevang en het nachtelijk bezoek van Janna, de enige vrouw die zich over haar ontfermt.