Europa staat in het middelpunt van de belangstelling: de recente uitbreiding met tien nieuwe lidstaten en de mogelijke toetreding van nog enkele grote naties, de discussie over de Europese Grondwet… Om het Europa van vandaag te begrijpen moeten we het verleden kennen. Karsten Alnæs’ De geschiedenis van Europa voorziet op uitmuntende wijze in die behoefte. In vier delen vertelt Alnæs over het ontstaan van het idee van Europa, over de vorming van staten, over koningen, oorlogen, pest, honger, kunst en cultuur. Hij schetst hoe onze voorvaderen leefden en stierven, wat zij voelden en dachten en hoe hun dagelijks leven eruitzag. In dit deel lezen we over Napoleon en Waterloo, over het leven in Parijs ten tijde van de Commune, over wetenschappelijke vooruitgang en de Industriële Revolutie, over armoede in de grote steden en over Darwin, Marx en Freud. Alnæs’ grote kracht en originaliteit is dat hij niet alleen de hoofdlijnen van de geschiedenis behandelt, maar door talloze verhalen van gewone mensen laat zien hoe de grote historische gebeurtenissen het leven van velen raakten.