Geheel belangeloos opent de aimabele Emanuele Gargano filialen van zijn beleggingsmaatschappij Koning Midas op Sicilië. De spaarders verdringen zich, want de rente van meer dan 20% wordt elk halfjaar stipt betaald. Helaas, na twee jaar wordt de rente ineens niet meer uitgekeerd en blijken zowel het spaargeld als de heer Gargano spoorloos te zijn. Er zijn twee kampen op het eiland: het ene meent dat Emanuele, omringd door halfnaakte vrouwen, op een eiland in Oceanië zit; het ander denkt dat hij zo onverstandig is geweest ook spaargelden van maffiosi te beleggen. Montalbano gaat op zoek naar Gargano en zijn mooie Alfa Romeo.