Tweede deel van de cyclus De tandeloze tijd waarin hoofdpersoon Albert Egbers opgroeit, het dorp van zijn jeugd verlaat en gaat studeren in Nijmegen. 'Ontroerende passages, humoristische schetsen, schokkende gebeurtenissen, filosofische overwegingen, kindertragedies, grotemensenleed, familiekronieken, sociologische uiteenzettingen, alles komt perfect gedoseerd en afgewisseld aan bod. En, niet het minst belangrijk, Van der Heijden schrijft een uiterst verzorgd Nederlands, prachtig van stijl, met steeds weer verrassende beeldspraak.' (De Stem)