Marten de Rijk en Tjerk Tuinstra groeien op in een dorp aan zee. Wat hen samenbindt, is hun belangstelling voor vogels en hun aanleg voor het schrijven van verhalen en gedichten. Het zijn vrolijke en kiene jongens, aanvankelijk schijnt niets hun ambitie om schrijver te worden in de weg te staan. Zij ondervinden steun en aanmoediging, maar krijgen ook te maken met pesterijen en wreedheid, met afgunst en onrecht. Het volle leven blijkt vol te zijn van tegenslag en verdriet. Marten wordt belaagd door schizofrenie en achtervolgingswaan. Tjerk krijgt te kampen met zijn geaardheid en met vervreemding van zijn geloof in God. De glazen schelp is het verhaal van een vriendschap. Alle gebeurtenissen, hoe vreemd ook, zijn aan de werkelijkheid ontleend.