Een handelaar in reptielen reist door de duisternis van zijn nacht; een ontketende lerares vertelt haar leerlingen over lafheid en moed; een jong meisje is op seksueel avontuur; een oude man krijgt een tarotkaart. leder op zijn beurt danst een solo en overhandigt daarbij een paar puzzelstukken. Aan het slot van deze hoogst originele roman worden de laatste twee dagen uit het leven van een gokker beschreven. Plaatsen van handeling zijn kerkhof en casino; dierentuin, hoerenbar en pizzeria; een kermis, een hotel. Pleisterplaatsen in een stad, plekken voor ontsnapping en ontspanning. Wie zijn eigen weg gaat, soms tegen de stroom in, loopt het risico op botsingen. Wie zich conformeert vervalt soms in lafheid. Over dergelijke keuzes handelt deze merkwaardige roman, die de sensuele maar sombere sfeer heeft van flakkerige jarendertigfilms, maar die tijdloze - en dus actuele - vragen stelt over mentaliteit. Over het verraden van vrienden en geliefden, over geweld, over Srebrenica. Na een blauwe maandag op het gymnasium werkte Willem Frederik de Jonge (1957) in een fabriek op de kermis, en aansluitend zo'n vijftien jaar als muzikant. Daarnaast waren er initiatieven als professionele kaartspeler, en adviseur van een Italiaans restaurant. Sinds 1996 schrijft hij fulltime.