Vroeger had je Wim Kan, Toon Hermans en Wim Sonneveld. Zij vormden tezamen De Grote Drie. De Vliegende Panters zijn dat, bij wijze van spreken, in hun eentje. Bij hen is De Grote Drie een term vol dubbele bodems. De drie ceremoniemeesters met een jachtgeweer die moeten voorkomen dat er een aanslap op De Vliegende Panters wordt gepleegd, vatten aan het begin van het programma de inhoud van De Grote Drie kernachtig samen met de frase: 'die bonte aaneenschakeling van gekscherende kwinkslagen met iets te veel seks en voegen daar meteen aan toe: 'die seks is eigenlijk wel héél erg leuk!' In De Grote Drie laten ze hun vakmanschap en meesterschap zien en horen.