Cui Hao (ca. 695 - ca. 760) schreef prachtige gedichten in een tijdvak, de 'Hoge Tang', waarin de klassieke Chinese poëzie driftig met nieuwe mogelijkheden experimenteerde. Waarschijnlijk schreef hij zijn gedichten op muren of deelde ze uit aan zijn vrienden in de zorgeloosheid van het moment. De weinige bewaard gebleven gedichten van Cui Hao zijn waarschijnlijk alleen die gedichten die de mensen bleven kopiëren en reciteren. Dat is misschien ook wel de reden waarom ze ook in onze tijd nog altijd met plezier gelezen kunnen worden. De gelegenheid daartoe wordt de Nederlandse lezers, als eersten in de westerse wereld, nu geboden door de vertalingen van Wilt Idema.