Sonja Driebeecke, verkoopster in een warenhuis, besluit haar eigen hoedenzaak te beginnen. Terwijl ze nog bezig is met de inrichting, vraagt een stedenbouwkundige haar straatnamen te bedenken voor een nieuw dorp. Om op ideeën te komen loopt ze vaak door de straten aan het water, en daar begint haar iets merkwaardigs op te vallen: het lijkt alsof er woorden in het dorp verdwijnen. Zou het mogelijk zijn dat de taal soms helemaal uitvalt? En wat dan, moeten foto’s en plaatjes soms het verhaal gaan vertellen? De hoedenwinkel is een roman over de liefde en de taal, en over de ruimte, de schaduwen en het licht.